De identificatiechip

 
Het chippen van uw huisdier

Vroeger werden huisdieren voor identificatie meestal getatoeëerd. De tatoeage in het oor was na enige jaren vaak slecht te lezen, veroorzaakt huidverkleuringen.
Om huisdieren te kunnen identificeren is sinds enkele jaren de identificatiechip op de markt gebracht.

Een transponder zo klein als een stevige rijstekorrel, wordt onder de huid ingebracht middels een infuusnaald of met een spuit ingespoten.

Voordat de chip wordt ingebracht, wordt met het afleesapparaat het nummer dat op de verpakking staat gecontroleerd.

Asiels, dierenartsen en de politie beschikken over afleesapparatuur voor de chip.

Het dier voelt van het inbrengen van de chip net zo weinig als van de jaarlijkse prik bij de inenting.

Als een dier wegloopt, gestolen wordt, verongelukt, verkocht wordt of naar een dierenhotel of pension gaat is het altijd te identificeren. De gegevens van de gechipte dieren worden opgeslagen in een databank en zijn opvraagbaar voor politie, dierenasiels en dierenartsen. De eigenaar is dan snel te traceren en er kan direct of via de organisatie van de datadank contact worden opgenomen.

 U kan zelf het chipnummer controleren via de website http://www.abiec-bvirh.be/